Anna - mijn leven als donorkind
Ik heet Anna en ik ben een donorkind. Die uitdrukking is een beetje achterhaald aangezien mijn tweelingbroer en ik laatst 26 zijn geworden. Hoe dan ook, het geeft wel aan hoe we zijn ontstaan, namelijk met de hulp van donorsperma.
Een gezin beginnen met LGBT-ouders
Mijn ouder, Inge en Mette, ontmoetten elkaar toen ze nog jong waren en in Aarhus studeerden. Ze werden verliefd en na een paar jaar besloot het stel dat het tijd was om te trouwen en een gezin te beginnen. In die tijd was het als homostel echter niet toegestaan om in Denemarken op traditionele wijze te trouwen, dus in plaats van een huwelijk gingen ze een geregistreerd partnerschap aan.
Mijn ouders hadden geluk omdat de inseminatie plaatsvond vlak voordat het illegaal werd voor homostellen. Ik ben er ontzettend trots op dat ik weet dat mijn ouders, ondanks de uitdagingen die er in die tijd in de samenleving waren, hun hart gevolgd hebben en hun droom van een gezin hebben waargemaakt via een vruchtbaarheidsbehandeling met donorzaad. Het kostte echter wel enkele pogingen voordat hun droom uitkwam. De vruchtbaarheidsbehandeling werd gedaan met een Cryos-donor en bij de eerste inseminatie werd Inge zwanger, maar kreeg ze een miskraam in de derde week. De tweede keer was de eicel helemaal niet bevrucht, maar de derde keer was het goed raak, en waren mijn ouders in verwachting van niet één, maar twee donorkinderen: ik en mijn tweelingbroer Daniel.
Na twee jaar als gezin ging het helaas niet goed tussen mijn ouders, en gingen ze weer hun eigen weg. Ook al was Inge op papier onze enige wettelijke ouder, toch bleef hun relatie goed en deden ze het ouderschap samen.
Lees hier meer over wat de kans op een tweeling vergroot.
Co-moeder, stiefmoeder en alle andere termen
Wanneer twee homoseksuele vrouwen tegenwoordig een gezin beginnen in Denemarken, wordt de niet-biologische moeder automatisch geregistreerd als 'co-moeder', maar dat bestond nog niet toen Daniel en ik werden geboren. Helaas is dat niet iets, wat je tegenwoordig nog kunt registreren. In plaats daarvan hebben we onlangs besloten dat Mette mijn broer en mij zou adopteren als stiefkinderen. Dat betekent op papier dat we kinderen zijn van onze beide ouders. Dat hebben we alleen niet besloten met de wens dat Mette de titel van stiefmoeder zou krijgen, dat zie ik juist als een degradatie, aangezien we onze ouders allebei 'moeder' noemen.
We namen het besluit zodat we onszelf ook op papier een gezin kunnen noemen. Juridisch betekent het dat het eindelijk vanzelfsprekend is dat wij de enige erfgenamen zijn van onze moeder Mette, en daarbij dat de kant van de familie waar eerst 'vader onbekend' stond, nu vervangen is door de familie van mijn moeder Mette. Ik ben heel erg blij met dit besluit! Ik heb me altijd even verwant gevoeld met de families van allebei mijn moeders, ook al ben ik maar met één ervan biologisch verwant.
Opgroeien in een 'ongewone' familie
Ik krijg vragen zoals: "Was het anders om op te groeien in een gezien zoals dat van jou?" Ik moet altijd lachen om zulke vragen, omdat ik nooit iets anders heb gekend. Maar ik snap de gedachte achter de vraag wel, en ik zie het zeker als iets positiefs wanneer andere mensen open zijn, en nieuwsgierig naar mij en mijn familie. Om die vraag voor eens en altijd te beantwoorden: Ik voel me niet heel anders dan andere families, maar ik voel me wel bijzonder en uniek omdat ik ben opgegroeid in een homogezin zoals het mijne, in een tijd toen dat nog niet zo werd geaccepteerd. Als kind kende ik geen andere gezinnen zoals het mijne, maar tegelijkertijd wil ik zeggen dat ik ook nooit die behoefte heb gehad. Ik heb me altijd op mijn gemak gevoeld en was trots op mijn gezin, ook al kende ik geen andere kinderen van mijn leeftijd met lesbische ouders of kinderen die zijn verwekt met donorsperma.
Ik weet zeker dat een van de redenen dat ik altijd vrede heb gehad met mijn gezin, is dat mijn ouders tijdens onze jeugd altijd hebben verteld dat we verwekt zijn met een donor, en hebben uitgelegd hoe we een gezin werden. Ze vertelden ons hoe een aardige man hun geholpen had om zwanger te worden, en dat we, in plaats van een vader, geluk hadden omdat we twee moeders hadden. En zo voel ik dat ook.
Ik vind dat ik echt heel veel geluk heb met mijn familie, omdat je als donorkind een zeer gewenst kind bent. En ik heb mij door mijn ouders altijd gewenst en geliefd gevoeld. Daarom vind ik het moeilijk te begrijpen dat sommige ouders ervoor kiezen om het hun kinderen niet te vertellen dat ze met een donor zijn verwekt. Ik vind het erg jammer dat iets moois zo een taboe wordt. Zoals ik het zie, wordt een gezin gebouwd op liefde en de relatie met elkaar, daarom beschouw ik allebei mijn moeders als gelijkwaardige ouders.
Nog steeds een beetje anders
Hoewel ik net zei dat ik mij niet vreemd of anders voelde op een slechte manier, voelde ik me soms toch een beetje anders. Dat komt doordat ik ben opgegroeid in een heteronormatieve samenleving, die toen ik geboren werd helemaal niet was ingericht op gezinnen met LGBT-ouders zoals die van mij. Ik weet nog hoe dat duidelijk voor mij werd toen er nieuwe kinderen in mijn klas kwamen en sommige van mijn klasgenootjes vroegen of ze over mijn gezin mochten vertellen, of dat ik zelf wilde doen. Wat dat betreft heb ik mijn gezinssamenstelling ook als een voordeel beschouwd, omdat ik mij onderscheidde van de rest van de klas. Terwijl niet veel van mijn klasgenoten interesse toonden in de gezinnen van andere kinderen, wisten de meesten wel veel van dat van mij.
Maar ik heb ook te maken gehad met veel stereotiepe vooroordelen, die leidden tot vragen als: "Wie van je ouders zie je als je vader?" Want één van hen moet toch wel de vader zijn? Ik weet wel dat deze vragen meestal voortkomen uit onwetendheid of nieuwsgierigheid, en dat ze doorgaans geen kwade bedoelingen hebben.
In het algemeen denk ik dat de meeste mensen de vele verschillende gezinssamenstellingen van tegenwoordig juist accepteren.
Hoe zit het met mogelijke broers en zussen?
Ik heb zelf nooit gezocht naar mijn donor of halfbroers en -zussen, maar ik ben lid van verschillende Facebook-pagina's die ik in de gaten houd voor mensen die mogelijk op zoek zijn naar mij en mijn broer. Hoewel ik zelf niet de behoefte heb om mijn donor en halbroers en -zussen op te zoeken, respecteer ik het dat er misschien ergens iemand is die dat juist wel heeft. In dat geval sta ik altijd open voor contact!
Zou ik zelf (donor)kinderen willen hebben?
Ik ben nu ruim drie jaar samen met mijn vriend en we willen zeker ooit kinderen hebben. Maar op dit moment zijn we nog niet van plan om binnenkort kinderen te krijgen. Als blijkt dat een van ons te maken heeft met onvruchtbaarheid, zou het gebruik van donoreicellen of donorsperma zeker een mogelijkheid zijn. Ik zou heel graag onze toekomstige kinderen willen dragen, verwekt met de hulp van een donor of niet. Maar als blijkt dat ik dat niet zou kunnen, dan zijn er gelukkig andere opties. Ik weet zeker dat ik op een dag moeder zal zijn.