De pandemie van SARS-CoV-2 heeft veel vragen opgeworpen wat betreft de impact van het virus op het menselijk lichaam. De mogelijkheid van seksuele overdracht van het virus is van grote interesse, vooral voor iedereen die geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) biedt en voor spermabanken. Uit recente bevindingen blijkt dat het angiotensine converterend enzym 2 (ACE 2), dat aangetroffen wordt in testikelweefsel, een rol speelt bij de pathogenesis van SARS-CoV-2. Een nieuw onderzoek uitgevoerd door Cryos International - USA, gevestigd in Orlando, Florida, had als doel om te onderzoeken of het coronavirus (SARS-CoV-2) gevonden kon worden in menselijk sperma en zodoende seksueel overgedragen kon worden.
Er zijn eerder vergelijkbare onderzoeken geweest, maar de resultaten waren niet sluitend. De onderzoeken waren beperkt tot slechts een klein aantal patiënten in verschillende besmettingsfases, waarvan de meesten in de herstelfase van de ziekte zaten. Een onderzoek van Holtmann et al. keek naar 18 patiënten die waren hersteld van een SARSCoV-2-infectie en vond geen bewijs van viraal RNA (ribonucleïnezuur) in hun sperma (1).
Materialen en methodes
Dit nieuwe onderzoek is uitgevoerd als cohortonderzoek en bestond uit achttien (18) mannen met een mediaanleeftijd van 32 (bereik 24-57) die positief getest waren op COVID-19 met een rt-PCR-analyse en die een spermamonster leverden. De onderzochte groep had COVID-19-symptomen variërend van asymptomatisch tot gematigd, en geen van hen hoefde in het ziekenhuis te worden opgenomen. De tijd van virusdetectie tot spermacollectie varieerde van 1 tot 28 dagen (mediaan 6 dagen).
Viraal RNA werd uit de verzamelde spermamonsters geëxtraheerd en er werd een real-time PCR uitgevoerd in drievoud. Een verdunningsreeks van SARS-CoV-2-gentranscriptie RNA diende als positieve controle. De waarden van monsters werden vergeleken met die van de positieve controle om de aanwezigheid van SARS-CoV-2 RNA te bepalen.
Resultaten en discussie
De resultaten van RT-PCR-analyses van alle monsters waren negatief voor SARS-CoV-2. Deze resultaten worden ondersteund door Kayaaslan e.a. die geen bewijs vonden van viraal RNA 16 in het sperma van patiënten met acute SARSCoV-2-infecties (2).
Een zwak punt van ons onderzoek is dat er geen ernstig besmette mannen hebben deelgenomen. Gezien onze kleine monstergrootte zijn verdere onderzoeken nodig om definitief te bepalen of SARS-CoV-2 aanwezig kan zijn in sperma, vooral bij mannen met ernstige symptomen van COVID-19.
De algemene consensus is dat SARS-CoV-2-besmettingen voornamelijk via de ademhaling plaatsvinden, maar RNA van het virus is aangetroffen in bloed-, urine- en ontlastingsmonsters. Uitgebreid onderzoek blijft licht werpen op de locaties van SARS-CoV-2 in het menselijk lichaam en de manieren van overdracht.
Op basis van deze voorlopige resultaten en in overeenstemming met eerdere bevindingen dat er geen SARS-CoV-2 in sperma is aangetroffen, denken wij dat SARS-CoV-2 niet aanwezig is in sperma tijdens de acute of herstellingsfase van COVID-19 en dat het niet via sperma kan worden overgedragen. Het onderzoek benadrukt echter dat andere manieren van overdracht aanwezig zijn tijdens de gemeenschap. Daarom is het niet veilig om te zeggen dat COVID-19 niet kan worden overgedragen tijdens gemeenschap in het algemeen.
Bekijk het volledige onderzoek
In de onderstaande webinar geeft het wetenschappelijk team van Cryos, vertegenwoordigd door Anne-Bine Skytte, Saghar Kasiri, en Corey Burke, een samenvatting van het COVID-19-onderzoek en de conclusies.
Literatuur
1) Holtmann N, Edimiris P, Andree M, Doehmen C, Baston-Buest D, Adams O, et al. Assessment of SARS-CoV-2 in human semen – a cohort study. Fertnstert. 2020;114(2):P233–8.
2) Kyaaaslan B, Korukluoglu G, Hasanoglu I, Kalem A, Eser F, Akinci E, et al. Investigation of SARS-CoV-2 in semen of patients in the acute stage of COVID-19 infection. Urol Int. 2020;104(9-10):678–83.